Mythe en werkelijkheid | Filmreptielen
"Slangen. Waarom nou uitgerekend slangen?" zucht Indiana Jones als hij
in zijn eerste avontuur Raiders of the Lost Ark uit 1981 in een diepe kuil moet
springen die krioelt van de slangen. Een typisch voorbeeld van het imago waarmee
slangen in de film worden neer gezet. Zelfs de meest onverstoorbare en roekeloze
avonturiers worden er zenuwachtig van.
Filmslangen hoeven niet eens giftig te zijn om hun slachtoffers op het witte doek
te terroriseren. Anaconda, misschien beter bekend vanwege de verschijning van
Jennifer Lopez, gaat over een gigantische
en kwaadaardige Zuid-Amerikaanse anaconda. Geleidelijk en op gruwelijke wijze
zorgt de anaconda ervoor dat het aantal actrices en acteurs wordt vermindert. Dat filmmakers de
slangen niet echt bestuderen bewijst het vervolg, Anacondas: The Search for the Blood
Orchid. Het speelt zich af op Borneo, waar nog nooit één anaconda heeft geleefd.
Filmmakers laten zich kennelijk niet afleiden door feitenkennis als het gaat
om het neerzetten van een goede (of zelfs een slechte) film.
Maar niet alle reptielensterren zijn slangen. In 2004 kwamen zeeschildpadden nog
goed voor de dag in Finding Nemo, waar Crush — "Pak m'n schild maat!" — als relaxte
surfschildpad Nemo's vader helpt, zijn zoontje terug te vinden in Australië.
Krokodillen kregen hun kans op een Oscar in Lake Placid uit 1999, waarin ze zich
zonder omhaal een weg door de cast hapten.
Maar waarschijnlijk is het toch
wijlen krokodillenkenner en tv-ster Steve Irwin die met ‘ The Crocodile Hunter:
Collision Course’ de krokodillen en hun gewoonten op de meest indringende manier
weergaf. Misschien niet een kwalitatief hoogtepunt in de filmgeschiedenis,
maar hier worden reptielen tenminste neergezet als dieren die je beter kunt
beschermen in plaats van er bang voor te zijn. In dat opzicht is het een unieke film.
|